Het is een lief mens, en bijna overdreven in haar zorgzaamheid. Ze cijfert zichzelf altijd weg, ondanks haar lichamelijke beperkingen. Haar kinderen en haar kleinkinderen, haar 'stukkies goud', alles zijn ze voor haar. Niets is te dol, alles kan.
Makkelijk heeft ze het eigenlijk nooit gehad in haar leven. Een miskraam, een stuk of wat vervelende kwalen en een paar compleet mislukte herniaoperaties. Ontelbare malen in het ziekenhuis. Altijd pijn, altijd moeizaam bewegen. Je gunt het niemand. Maar ondanks alles altijd positief en altijd maar dóórgaan. De laatste jaren sukkelt ze met COPD en suikerziekte. Maar goed: ze is dan ook al een end in de zeventig.
Het begint met vergeetachtigheid, en soms wat vreemde voorvalletjes waar iedereen eigenlijk best wel om moet lachen. Omdat het onbedoeld komisch is. Maar gaandeweg raakt het komische aspect meer en meer op de achtergrond. De mensen om haar heen gaan zich toch een beetje zorgen maken. Ze wil niet meer alleen zijn. Ze wordt achterdochtig. Elke keer als iemand haar corrigeert of wijst op haar vergeetachtigheid wordt ze boos. Agressief bijna, want volgens haar vergeet ze niets. En zijn de dingen die ze vertelt exact zo voorgevallen. Dus moeten mensen haar niet gaan vertellen dat een gebeurtenis heel anders verliep dan zij dacht, want dan wordt ze boos. Ongelooflijk boos. Maar er zijn ook nog af en toe die andere momenten. Dan is weer helder en weet ze precies waar ze mee bezig is, Dan weet ze nog exact wat er nu gebeurt en ook wat er gebeurt is. Maar die momenten worden helaas steeds schaarser...
Nu weet ze vaak niet meer waar ze is, of welk tijdstip van de dag het is. Begrippen als gisteren, vanmorgen, vanmiddag, vanavond en morgen haalt ze door elkaar. Als ze in het ziekenhuis is denkt zij dat ze gewoon thuis is. En wat drie maanden geleden gebeurde was voor haar gisteren. Wat gisteren gebeurde weet ze soms wel en soms niet meer. En wie tegen haar in gaat is 'gek', of 'achterbaks' of allebei.
Telkens weer moet haar familie proberen te beseffen dat ze er niets aan kan doen. Dat ze gevangene wordt van haar eigen werkelijkheid. En dat haar familie van die werkelijkheid steeds minder deel zal uitmaken. Tot het moment dat ze vreemden voor haar zullen zijn.
En nu, nu moet haar familie langzaam maar zeker gaan denken aan afscheid nemen. Waarschijnlijk niet omdat zij hen op korte termijn zal ontvallen, want dat kan zo maar nog heel wat jaren duren. Maar eigenlijk veel meer omdat zij háár zullen ontvallen... steeds vaker en steeds langer. Tot ze er - voor haar althans - definitief niet meer zullen zijn.
Hen rest dan alleen nog er altijd voor haar te zijn. Zoals zij er ooit eens altijd voor hen was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten