woensdag 4 mei 2011

Vergangenheitsbewältigung

Onderstaande blog schreef ik op 16 december 2008 en was  toen op mijn - niet meer bestaande - Hyvespagina te lezen.

De 'Kristallnacht', een door de nazi's georganiseerde hetze tegen de joden in Duitsland, vond plaats in november 1938. In heel Duitsland werden joden aangevallen, er werden synagogen in brand gestoken en winkels en bedrijven van joden werden vernield. Ook joodse huizen, scholen, begraafplaatsen en ziekenhuizen moesten het ontgelden. Tijdens de Kristallnacht werden joden geslagen, bespuugd, bekogeld met stenen en 92 van hen werden er uiteindelijk vermoord. Ook in landen waar de Duitse invloed merkbaar was werden joden aangevallen en hun bezittingen vernield. Joseph Goebbels wordt gezien als het brein achter deze 'progrom'. De naam 'Kristallnacht' verwijst naar het vele glaswerk dat tijdens deze aanvallen werd vernield. Waarom? Omdat de joden verantwoordelijk werden gehouden voor alle ellende en de vernedering die de Duitsers sinds het einde van de eerste wereldoorlog hadden moeten ondergaan….



In de jaren '80 kocht ik het live-album 'Bess demnähx!' (1983) van de Keulse band BAP. Op dat album staat ook het bekende nummer 'Kristallnaach'. De zanger, Wolfgang Niedecken, kondigt het lied aan met de woorden: "Het volgende lied heeft met het in het reine komen met ons verleden ('Vergangenheitsbewältigung') veel minder te maken, dan de meeste mensen ten onrechte aannemen. Het heeft veel meer te maken met het feit dat sommige mensen van dat verleden niets, maar dan ook echt helemaal niets geleerd hebben…"

Halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw reageerden mijn ouders op een advertentie in het Dagblad van het Oosten. In die advertentie werden kant en klaar ingerichte tenten te huur aangeboden in het dorpje Bad Iburg in het Teutoburger Wald, Duitsland. Wat bleek: een echtpaar uit Almelo was bevriend met een Duits echtpaar, en die hadden op hun beurt een oude, inmiddels weer door de natuur teruggenomen steengroeve in pacht. Samen hadden ze afgesproken om tenten te gaan verhuren op die grond. Toen mijn ouders de omgeving zagen waren ze gelijk verkocht, de tent werd gehuurd en dat was het begin van een jarenlange relatie met die erg aardige Duitse familie.

Heer des huizes was Onkel Hans (oom Hans). Hij had aan het oostfront in Rusland gevochten, waar hij zwaar gewond was geraakt. De Russen hadden hem krijgsgevangen gemaakt, legerartsen amputeerden zijn linkerarm en lapten hem weer op. Op zekere dag ontsnapte hij met een aantal anderen en zocht zijn weg terug naar Duitsland. Hij arriveerde -meer dood dan levend en uitgeput- in dat deel van Duitsland, dat later de DDR werd. Daar werd hij opgenomen in een ziekenhuis en ontmoette zijn latere vrouw, die verpleegster was. Wij kenden haar als Tante Gretel…
Ondertussen begonnen de Russen in het oosten aan hun opmars richting Duitsland. Hans en Gretel besloten samen verder naar het westen te vluchten en belandden uiteindelijk in Bad Iburg, dicht bij Osnabrück. Na de oorlog konden ze van het plaatselijke klooster een stuk grond pachten en Onkel Hans bouwde er -met zijn ene arm- een huis op. Ze kregen drie kinderen: twee dochters en een zoon.

De tent hebben mijn ouders slechts een jaar gehuurd en het jaar er op hadden we al een eigen tent, weer later gevolgd door een caravan. Omdat mijn vader nogal handig was, deed hij veel klussen op en rond het terrein. We mochten dan ook gratis kamperen. Vanaf dat jaar zaten we 's zomers elk weekend en de volle zes weken vakantie in Bad Iburg. Mijn vader ging, als hij moest werken, met de auto op en neer naar zijn werk in Almelo.

Met de zoon van Onkel Hans en Tante Gretel, Uwe, groeide ik dus min of meer samen op. Hij was maar een paar maanden ouder dan ik, en we waren meestal samen op pad. Eind augustus in 'Eichholz Baum', een oude kersenboom klimmen en die heerlijk zoete, bijna inktzwarte kersen eten. De pitten probeerden we zo ver mogelijk weg te spugen. Door het dorp slenteren, met andere jongeren rondhangen en stiekem shaggies roken. Kilometers ver het Teutoburger Wald in lopen, op zoek naar de 'Zeppelinstein', de plek waar voor de oorlog een zeppelin verongelukt was. Met zijn allen naar de 'Baggersee', om te zwemmen en te kamperen… het is dus geen wonder dat het grootste deel van mijn jeugdherinneringen uit die tijd stamt.

Toen we -ergens begin jaren '70- in augustus weer naar school moesten hadden we Uwe gevraagd mee te gaan naar Almelo, omdat hij nog twee weken vakantie had. Al gauw werd in de buurt bekend dat bij ons een Duits jongetje logeerde en de ellende begon… als wij door de wijk Rumerslanden aan het slenteren waren werd Uwe steevast uitgescholden voor 'mof' en ik voor 'moffenvriend'… één keer werden we zelfs met stenen bekogeld. Het spreekt vanzelf dat Uwe nooit meer bij ons gelogeerd heeft.

In die tijd stonden de mensen, die de oorlog hadden meegemaakt nog volop in het leven. En iedereen kende wel iemand die zwaar te lijden had gehad onder de Duitse bezetting, of die in het verzet had gezeten. Ook waren sommige familieleden nooit terug gekomen van de Duitse 'Arbeitseinsatz'. Het anti Duitse sentiment vierde hoogtij en kinderen kregen dat gevoel vaak met de paplepel ingegoten. Duitsers waren dus -net als de joden vóór hun- niet te vertrouwen. Ook de Duitsers die met de hele oorlog absoluut niets van doen hadden gehad, simpelweg omdat ze toen nog niet eens geboren waren. Want ze waren Duits.

Parallellen naar de huidige tijd zijn gemakkelijk te trekken. Sinds een gevaarlijke gek het bevel gaf om een paar vliegtuigen te kapen en die in zorgvuldig geselecteerde doelen te laten vliegen zijn de moslims op deze wereld zo goed als vogelvrij verklaard. Het heersende sentiment is dat ze niet te vertrouwen zijn. Dichterbij, in ons eigen land worden de Marokkanen voor het gemak maar beschouwd als tuig. Allemaal wel te verstaan! Omdat een minderheid onder die Marokkanen zich op een onaanvaardbare wijze manifesteert. En enge types als Geert Wilders spinnen daar garen bij. Wolfgang Niedecken had gelijk: sommige mensen hebben van het verleden niets, maar dan ook echt helemaal niets geleerd…

En Uwe? Die heb ik al zo’n 14 jaar niet meer gezien of gesproken. Waarom niet? Geen idee… elkaar ‘uit het oog’ verloren denk ik…. Ik heb hem al wel ‘ge-Googled’ en hij woont nog steeds op het zelfde adres in Eberbach. En zijn telefoonnummer heb ik ook. Nu nog even mijn wat roestige Duits afstoffen en binnenkort maar eens bellen: Nabend Uwe! Ich bin es! Paul… Weisst du noch?

P.S: Twee-en-een-half jaar na dato is er nog steeds geen contact geweest met Uwe. Vertrokken, onbekend waarheen....


Geen opmerkingen:

Een reactie posten