woensdag 4 mei 2011

Comfortably Numb...

Nu ik toch mijn oude blogs aan het afstoffen ben: deze is van november 2008. Ik schreef het een half jaar nadat ik uit het duistere dal van van een burn-out gekropen was.

Pink Floyd’s ‘The Wall’ (1979) vertelt het verhaal van rockmuzikant Pink, die een denkbeeldige muur om zichzelf heen bouwt om zich af te schermen van de buitenwereld. Traumatische gebeurtenissen in zijn leven vormen de aanleiding voor het optrekken van die muur: opgroeien zonder vader (die in de oorlog sneuvelde), bepaalde leraren op school, een moeder die hem ‘klein’ wilde houden, de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog en verbroken relaties. Steeds meer heeft hij gevoelens van leegte, is agressief, wanhopig en gevoelloos. Uiteindelijk raakt hij overspannen en ziet zichzelf als een onaantastbare dictator. Hij heeft als voornaamste doel alle zwakkeren in de samenleving uit te roeien. Als in een (denkbeeldige) rechtszaak zijn schoolmeester, vrouw en moeder tegen hem getuigen, wordt hij gedwongen de muur af te breken. Roger Waters, de bassist van de band, bekende later dat de teksten grotendeels autobiografisch waren.



Een van de beste nummers van dit album is misschien ook wel een van Pink Floyd’s beste nummers ooit: ‘Comfortably Numb’. De gitaarsolo van David Gilmour is het aanhoren meer dan waard. Dat nummer gaat over Pink, die op een gegeven moment wordt platgespoten met medicijnen. Dit roept bij hem een ‘comfortabele’ vorm van gevoelloosheid op. Hij hoeft op die momenten zijn hoofd niet meer te pijnigen met gedachten over alle onrechtvaardige gebeurtenissen in zijn leven. In die toestand leeft hij veilig achter zijn muur.

Toen ik vanmorgen in de trein naar Apeldoorn dat nummer in mijn oordopjes hoorde moest ik er onwillekeurig aan denken: het lijkt of steeds meer mensen zich achter hun eigen muur terugtrekken. Het feit dat ik, omgeven door honderden mensen, me toch alleen kan voelen door een paar oordopjes in mijn oren te stoppen, mijn ogen te sluiten en intens te genieten van muziek is daar ook een voorbeeld van. Maar mij gaat het daarbij om het ‘alleen’ zijn. Thuis en op het werk ben ik de hele dag tussen mensen en met die mensen heb ik –al dan niet noodgedwongen- intensief contact. Dan heb ik soms behoefte om even alleen te zijn met mijn gedachten en ik doe dat op deze manier. Nu is mijn muur een tijdelijke, noem het maar een verplaatsbaar binnenwandje, dat je naar behoefte opstelt en ook weer weg haalt.

Maar de mensen die een muur van gewapend schokbeton om zich heen hebben gebouwd en achter die muur (net als Pink) niemand toe laten, hebben heel andere drijfveren. Het gaat dan niet om puur het ‘even’ alleen zijn met hun gedachten. Het zit veel dieper, en het lijkt veel meer op ‘zwelgen’ in hun eigen gedachten. De wereld om hen heen (die toch alleen maar tegen hen is en niets goeds in de zin heeft) dient krampachtig op afstand gehouden te worden. Als er al sprake is van contact, dan is dat vooral in een negatieve vorm. Net als bij Pink is er een gebeurtenis of een reeks van gebeurtenissen geweest die de persoon in kwestie zó beschadigd heeft dat het vertrouwen in hun omgeving tot een absoluut nulpunt is gedaald.

Soms zie je in je eigen omgeving zo’n muur als het ware ontstaan. Je ziet dat de persoon in kwestie zich anders gaat gedragen, en stil en in zich zelf gekeerd begint te worden. Soms mijdt die persoon elke vorm van contact. Andere keren zie je bij zo iemand uitingen die er op wijzen dat hij of zij zich begint af te zetten tegen de omgeving. Men gaat zich anders kleden of men uit zich anders, en vaak zijn die uitingen somber of vol zelfbeklag. De muur wordt opgetrokken… want aan de andere kant van die muur bevinden zich de veroorzakers van het lijden.

Een bijna alom tegenwoordige eigenschap van mensen is dat ze voor alles een verantwoordelijke, een schuldige proberen te vinden, ja zelfs moeten vinden. En opvallend vaak is het de schuld van een ander. Dat voorval of die persoon heeft mij deze ellende bezorgd. Maar zelden is men in staat de eigen inbreng in gebeurtenissen naar waarde te schatten. Weinig mensen durven zich zelf een spiegel voor te houden. In de spiegel kijken kan namelijk erg ongemakkelijk zijn. En zo kom ik weer bij het ‘zwelgen’ uit: het komt wel erg goed uit om te zwelgen in zelfmedelijden, om je te wentelen in het gevoel dat jij niets fout hebt gedaan en dat de hele wereld zich tegen je keert…

Op het eind van ‘The Wall’ staat Pink voor een denkbeeldige rechtbank. Hij komt er achter wat zijn eigen aandeel in zijn lijden is geweest. Hij ziet in dat hij dat hij bepaalde zaken verkeerd interpreteerde en dat die interpretatie mede aanleiding was voor het bouwen van zijn muur. Die rechtbank staat symbool voor Pink’s zelfbespiegeling die eindigt in het afbreken van de muur.

Ik heb begin dit jaar mijn muur van gewapend schokbeton afgebroken. Diep in mijzelf kijkend heb ik moeten aanvaarden dat ik vooral zelf de veroorzaker was van mijn lijden. Ik had zelf bepaalde keuzen gemaakt of zelf bepaalde dingen in gang gezet. En daar zitten ook dingen bij waar ik achteraf niet erg trots op ben en ik heb me daar uiteraard ook niet erg gemakkelijk bij gevoeld. Maar: ik kon met de beste wil van de wereld niemand anders meer verantwoordelijk maken voor mijn ellende en gek genoeg werkte dat heel bevrijdend.

Ik heb het vaker geroepen en ik roep het nu maar weer eens, omdat het zo waar is. De antwoorden op je vragen zijn voornamelijk in jezelf te vinden, zoals Fish reeds zong in 'Childhood’s End?' van Marillion:

Hey you, surprised? More than surprised
To find the answers to the questions
Were always in your own eyes...







Geen opmerkingen:

Een reactie posten